• Wolderwijd logo
 
header jurist

Welke kosten mogen in mindering worden gebracht op de transi

Scholingskosten die in mindering gebracht mogen worden op de (toekomstige) transitievergoeding

Welke kosten mogen in mindering worden gebracht op de transitievergoeding?

3 minuten mr. Mariëlle Ducaat arbeidsrecht voor werkgevers 23 november 2014 2024

Vanaf 1 juli 2015 heeft de werknemer, waarvan het dienstverband eindigt na tenminste 24 maanden, recht op een in de wet vastgestelde transitievergoeding. De gedachte is dat werkgevers hierdoor vooraf meer zekerheid verkrijgen over de kosten die gemoeid zijn met een beëindiging van het dienstverband en dat medewerkers de transitievergoeding kunnen aanwenden als middel om sneller een nieuwe baan te vinden.

Onder omstandigheden is het mogelijk om scholingskosten die tijdens het dienstverband zijn gemaakt met de transitievergoeding te verrekenen. In het concept Ontwerpbesluit transitievergoeding wordt uiteengezet welke kosten precies in mindering gebracht kunnen worden op de transitievergoeding en onder welke voorwaarden dit kan.

Het ontwerpbesluit onderscheidt twee soorten kosten: de transitiekosten en de inzetbaarheidskosten. De transitiekosten zijn kosten die verband houden met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Het zijn kosten voor maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van werkloosheid of het verkorten van de periode van werkloosheid. Het moet geduid worden als een middel dat werknemers helpt om van werk naar werk te komen. Hierbij kan gedacht worden aan kosten voor outplacement.

De inzetbaarheidskosten zijn gericht op het bevorderen van de brede inzet van de medewerkers tijdens de arbeidsovereenkomst. De maatregelen zijn gericht op het versterken van de arbeidsmarktpositie van de werknemer. Kosten die een directe relatie hebben met de functie van de medewerker vallen hier uitdrukkelijk niet onder. Zodra de werkgever, op enigerlei wijze voordeel heeft gehad van de maatregel, komen deze kosten niet meer in aanmerking voor verrekening met de transitievergoeding.

Kosten die wél in aanmerking komen om in mindering gebracht te mogen worden op de transitievergoeding zijn bijvoorbeeld kosten voor persoonlijke ontwikkeling of kosten voor een niet werkgerelateerde (taal)cursus. Werkgevers mogen niet zonder meer overgaan tot het in mindering brengen van kosten op de transitievergoeding. Er geldt een aantal voorwaarden:

  • Er dient tussen werkgever en werknemer vooraf schriftelijk duidelijkheid te bestaan over welke kosten in mindering gebracht worden op de transitievergoeding.
  • Als in een sociaal plan of in de cao reeds afspraken zijn gemaakt over aftrekbaarheid van kosten geldt dat dit op individueel niveau niet nogmaals geregeld hoeft te worden.
  • Slechts de werkgever die de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt mag deze in mindering brengen op de transitievergoeding. Bij opvolgend werkgeverschap mag de opvolgende werkgever de kosten die door de voormalige werkgever zijn gemaakt dus niet in mindering brengen op de transitievergoeding. Bovendien geldt dat uitsluitend kosten waarvan de werknemer écht gebruik heeft gemaakt in mindering gebracht mogen worden op de transitievergoeding.
  • Loonkosten op de dagen dat de werknemer de bekostigde cursus volgt mogen niet in mindering worden gebracht op de transitievergoeding.
  • Slechts de inzetbaarheidskosten die binnen vijf jaar voor het einde van het dienstverband zijn gemaakt, komen in aanmerking voor aftrek. Dit is ook logisch aangezien het gerechtvaardigd is om aan te nemen dat de relevantie van een cursus ouder dan vijf jaar niet meer aanwezig is. Schriftelijk afwijken van deze periode is overigens gewoon mogelijk.
  • Loonkosten die gepaard gaan met het in acht nemen van een langere opzegtermijn mogen in mindering worden gebracht op de transitievergoeding, mits de werknemer gedurende deze periode is vrijgesteld van werkzaamheden.

De werkgever heeft dus ruimte om gemaakte kosten in mindering te brengen op de transitievergoeding. Dit kan echter alleen als hierover overeenstemming wordt bereikt met de werknemer. Om dit te bewerkstelligen doen werkgevers er verstandig aan om in het huishoudelijk reglement of studiekostenreglement een bepaling op te nemen dat kosten voor een cursus of opleiding voor aftrek in aanmerking komen. Werknemers dienen het reglement wel te ondertekenen.

Mariëlle adviseert en procedeert op het gebied van arbeidsrecht, bestuursrecht, contractenrecht en huurrecht. Volg Mariëlle ook op LinkedIn. Bereikbaar via ducaat@wolderwijd-juristen.nl of 036 522 7007.

Meer van mr. M.S. Ducaat over arbeidsrecht voor werkgevers:

Veelgestelde vragen: